Auteur: Nicolette Peters

LENTEREN

Inspiratie is iets magisch, je kunt het niet afdwingen, het komt, of het komt niet. Ik kan me er hoogstens voor openstellen en mijn motortje in de tussentijd wat warmdraaien. Dus ik wandel, lees en schrijf. Ik mediteer, affirmeer en visualiseer. Bezoek rommelmarkten, woonwinkels en tuincentra. Ik trek eropuit, alleen, of met mezelf… Uitstel van executie zeg je? Of laat ik mijn momentum voorbij gaan?

Oké, in januari miste ik een nieuwe maan en vroeg mezelf af of mijn ‘opladen’ misschien een excuus was om niet aan de slag te gaan. Ik verweet mezelf: Waarom maak je dat schilderij niet af? Mijn ego spoorde me aan: Doe wat, komt wat! Ik gaf de winter de schuld, en het licht, ik was te moe, had geen zin of slecht geslapen. Ik kreeg kritiek nog voordat ik kon beginnen, of had angsten te overwinnen, voor wat een ander ervan vindt.

Af en toe schaam ik me voor mijn gelanterfant. Vind ik zelf ook dat ik treuzel en teut. Voel ik me schuldig wanneer anderen van zonsopkomst tot -ondergang gaan werken, terwijl ik mijn neus in vroege voorjaarsbloeiers steek. Moedeloos wordt ik daarvan, moe ook en hopeloos. Maar juist op het moment dat ik mijn geloof in de magie wil opgeven en alles overboord gooi, valt mij iets te binnen, en zet dat van binnen, iets in beweging.

Ohh, dan kan ik dat dreutelen wel kussen en op mijn blote knieën danken. Het dralen was dan nodig om mijn tuintje op te ruimen en de grond voor te bereiden, om plek te maken voor bezieling, zodat ze aarden kon en wortel schieten. Lenteren maakt de grond vruchtbaar en plant er zaadjes in. Nu begint daar van alles uit te groeien. Mijn twijfel verdwijnt als sneeuw voor de zon, ik spit mijn schuldgevoelens om. De schaamte overwoekert niet langer mijn innerlijke kracht en een zuiver geweten ontkiemt.

Dit ploegen en zaaien is allemaal ‘part of the job’. Ik heb te snoeien, te wieden, mijn creativiteit te voeden en mezelf te laven aan het zachte zonlicht. Het is niet de bedoeling dat ik op zoek ga naar inspiratie, maar dat ik me vanuit rust laat inspireren. En daarom vraag ik je, vanuit de grond van mijn hart, wanneer je me zo ziet kontendraaien, stoor me niet, veroordeel me niet, want ik ben dan heel druk aan het werk. En vertrouw me maar, alles gebeurt precies op het juiste moment.

Laat de lente maar komen!

-x-
Nicolette

LICHT

 

Gesproken woord

Een nieuw jaar ligt voor me, als een leeg canvas, waarop van alles kan worden afgebeeld. Niets staat nog vast in dit magisch witte vlak. Mag ik het nog even zo laten, alles open laten, het even niet weten, niets forceren en contempleren? Dan kan ik er over nadenken, iets bedenken, mezelf openstellen en ontvankelijk opstellen, tot de inspiratie komt.

De natuur heeft ook geen haast. Het gras groeit niet harder door aan de sprietjes te trekken, zo las ik laatst. En nu, in de winter, wacht ze rustig af, totdat de dagen weer gaan lengen en lichter worden. Ze leeft stil en teruggetrokken, met haar gezicht naar binnen toe gericht. In de belofte dat, wanneer de warmte van de zon haar wakker kust, alles weer zal gaan groeien.

Ik verlang er ook naar in het moment te zijn, in de gelegenheid te zijn om iets te laten gebeuren. Het klinkt zo aantrekkelijk te worden aangetrokken door het leven zelf, door liefde, door licht. Hoe zou dat voelen als ik mezelf overgeef, aan de magie van het leven en synchroniciteit beleef? O, wat wens ik mij lichter door het leven te bewegen en me te laten voortbewegen, door deze droom.

De kunst van het contempleren is pauzeren, rust in je hoofd creëren, en helderheid, waardoor je moeitelozer door de dag heen wandelt. Wat als… ik uit mijn drukke doen zou stappen en gewoon kijk wat er in mijn gedachten naar boven drijft? Wat als… ik stop met hollen, rennen, vliegen, draven, van het ene project naar het andere en tussen de bedrijven door zou meanderen?

Het lijkt me allemaal wat tegenstrijdig, maar ik ga het toch proberen, dit contempleren. Ik ga wanderen, eropuit en mezelf verwonderen. Om me heen kijken, naar de sterren staren, kritisch kijken en mijn gedachten laten varen. Ik wil even stil staan en bewuster door het leven gaan. Alleen zijn en me verbonden voelen met de essentie van de dingen, en de mooie mensen die mij omringen.

Ik ga me bezinnen alvorens te beginnen. Ik wil er net als de natuur op kunnen vertrouwen, dat als ik me laat leiden door de schoonheid van het licht, het antwoord ergens op mij wacht en me zal invallen. Wanneer ik mij losmaak van de klok en mezelf de kans geef om te dromen, zal mijn creatieve energie, mettertijd vanzelf gaan stromen.

Ga je mee?

-x-
Nicolette

ROOTS

Onlangs bracht ik mijn vrouwenlijn in herinnering, mijn moeder, mijn moeder’s moeder en haar moeder, mijn voormoeders, tot wel tien generaties terug! Ik was overdonderd, zoveel namen te vinden, hen terug te vinden en me met hen te kunnen verbinden. Verwonderd ook, dat ze mij het leven hebben gegeven, mij hier en nu de vrijheid geven om iets moois te maken van mijn leven.

Ik heb lange tijd gedacht dat ik alleen stond, er als kunstenaar alleen voor stond en als zelfstandige alleen moest ploeteren, harken en vechten. Ik durfde mezelf niet te laten zien, ik schaamde me voor mijn eigenaardigheden, eigenwijsheden en eigenzinnigheden. Ik was bang dat ze mij egocentrisch, onbezorgd en onbezonnen zouden vinden. Ik was geneigd mezelf terug te trekken uit het leven, mezelf in de luwte te begeven. Ik werkte hard, maar niet aan zelf gestelde doelen.

Welke zinvolle betekenis moest ik mijn leven geven, wanneer ik mijn meest wezenlijke rol als vrouw niet vervul? Door de verbinding met al mijn moeders, heb ik het grotere plaatje overzien, door hen te benoemen, waarderen en eren ben ik mijn plek in het geheel gaan zien en gaan innemen. Omdat ik de laatste ben in een lijn van dochters, heb ik een andere rol gekregen, een andere dan het doorgeven van het leven. Wat voor hen niet altijd mogelijk was — om eigen, wijs en vrij te leven — is nu mij gegeven. Zij gaven mij het leven en gunnen het mij zo te leven.

Ik word me ook steeds meer bewust van het netwerk van mooie mensen waarin ik mij tegenwoordig bevind. Gelijk een familie die zich steeds verder vertakt, waar ik steun en toeverlaat vind. Het heeft meesters, als vaders, een soort kunstvaders, die mijn leven verrijken. Het kent kunstzusters en business & soul sisters, met wie ik zusterlijk van alles bespreek. Mijn atelier met kunstsalon is een podium dat ik deel met inspirerende gastexposanten. In hun bijzijn mag ik zijn, anders zijn, gewoon zijn. Zij zijn, mijn vangnet, dit netwerk is een hecht vlechtwerk. 

Zij kijken niet op mij neer, als ik vertel dat ik al 23 jaar ongehuwd samenwoon. Zij wijzen mij niet af, omdat ik geen kinderen op de wereld heb gezet. Zij gooien mij niet op een brandstapel, omdat ik hoogsensitief ben en in het ritme van de natuur wil leven. Ik hoef niet langer angst te hebben, onderdrukt te worden, naar beneden gehaald of veroordeeld te worden, omdat ik mijn dromen najaag.

Door bewust stil te staan bij al deze connecties voel ik mij zo krachtig! Ik sta er helemaal niet alleen voor, voor werk en leven en de uitdagingen daarin. Ik mag op schouders staan, mij gedragen voelen. Hun bloed stroomt door mijn bloed, hun verhalen vervlechten zich met de mijne. We zijn geen losstaande individuen, maar onlosmakelijk met elkaar verbonden, in het verleden en het heden, herinneringen delend, leed delend, vreugde ook, en liefde.

De rol om mezelf uit te drukken in dit leven, uniek te zijn, intuïtief, authentiek en creatief te zijn, is wat ik groot te brengen heb. Daar wil ik voor gaan, mijn tijd en energie aan geven: mijn leven vormgeven, een vrije vorm geven, niet vormloos of kleurloos blijven, maar flexibel, mezelf telkens opnieuw uitvindend, fluïde, als water, dat stroomt. Dat is het leven, dat ik wil leven. In de hoop dat ik, door zo te leven, anderen inspireren mag het eigen leven ook vrij te leven.

Het is ons gegund!

-x-
Nicolette

KERN

Voordat ik vorm en inhoud kan geven aan een nieuw creatief proces, trek ik mezelf terug om te voelen wat er diep van binnen wil ontstaan. Los van wat de markt van mij vraagt, los van wat mijn ego wenst, onderzoek ik mijn eigen verhaal en hoe dat zich verhoudt tot de wereld. Ik gun mezelf de tijd om uit te zoomen en tot rust te komen, tot de kern te komen.

Ik spiegel deze minder creatieve fase aan de natuur, zij houdt nu ook pauze. De winter nadert en ze heeft haar energie naar binnen gericht. Planten sterven af en brengen de focus naar hun wortels. Bomen laten hun bladeren los en vertrouwen hun zaden toe aan de aarde. Dieren hebben voedsel verzameld en zich verscholen in hun holen. De vogels zijn vertrokken naar warmer oorden. Alles bereidt zich voor op het overleven van de kou.

Ik zie mijn voorbereidingen op een nieuwe creatie ook terug in de cyclus van de maan. Het laatste kwartier van de afnemende maan vraagt ons om te reflecteren, herwaarderen, onszelf te vergeven en ontlasten, om ons voor te bereiden op een nieuw begin. Als je in haar ritme beweegt mag je nu tijd nemen om je emoties te doorvoelen, te rusten en te vertrouwen, op het onbekende, dat komen gaat. Deze maanfase nodigt je uit tot het opdoen van nieuwe energie.

Is het leven met de maan iets te spiritueel voor je? Vergelijk dit stadium dan eens met je avondritueel. Je ruimt op, wast de dag van je gezicht, kleedt je voor de nacht, kruipt diep onder de wol en laat je zorgen voor de dag van morgen. Je lichaam komt tot rust met de gedachte dat er dan weer een nieuwe dag op je wacht, waarop alles zomaar eens helemaal anders kan zijn.

Het maakt niet uit met welk ritme je meebeweegt, je zult merken dat wanneer je je afstemt op het juiste moment, met de juiste energie, het leven een kern van moeiteloosheid kent. Dat je leven een zekere flow krijgt, jouw levensenergie vrij kan stromen, creatieve energie kan vrijkomen. Deze tijd van het jaar is geschikt om op te ruimen, schoon te maken en afstand te doen van negatieve invloeden in je leven. Laat gaan wat jou niet langer dient, breng orde op zaken, zodat er ruimte ontstaat voor wat je écht nodig hebt!

Sta jij jezelf toe om te vertragen, jezelf te voeden en te kijken wat er onder de oppervlakte leeft? Wat jou beweegt, waar je naar verlangt en wat jíj nu eigenlijk belangrijk vindt? Laat me je vragen: “Hoe wil jij je voelen, waar ga jij jouw tijd en energie aan geven volgend jaar en wat kun je bijgevolg dan laten gaan?”

Ik wens je mooie mijmeringen, voor het slapengaan, deze maan, op de vooravond van de komende winter.

-x-
Nicolette

OM

Ik ben om. Ik ga ervoor, voor de volle 100%. Ik deed het al, een beetje, maar nu ik de gelijkenissen met het creatieve proces zie, wil ik helemaal leven in het ritme van de natuur. Ik wil mee in de flow van de seizoenen, naar binnen en naar buiten bewegen, van licht naar donker en weer naar het licht toe, groeien.

Op de kunstacademie leer je jezelf een kunstenaarsmindset aan. Ik ging niet naar de academie, ik mocht het zelf uitzoeken. En dat deed ik, meer onbewust dan bewust, creëerde ik, reflecteerde ik, voelde ik en wist ik dat ik op de goede weg zat. Sinds ik mijn hoogsensitiviteit omarm en mijn energetische gevoeligheid niet afscherm maar benut, ervaar ik steeds beter wat ik nodig heb om in een creatieve staat van zijn te komen.

In de herfst wil ik me naar binnen keren en tot mezelf komen. Als het winter is verlang ik naar de stilte, de rust, naar opladen. Wanneer de lente aanbreekt krijg ik weer energie en zin om van alles te ondernemen. En ‘s zomers ben ik meer naar buiten gericht en laat ik mezelf graag zien en horen. Deze natuurlijke behoeften matchen mijn creatieve proces. Dat begint met waarnemen, met al mijn zintuigen, wat er geboren wil worden. Dan sta ik stil, bij het onderwerp van mijn keuze, mag ik broeden. Vervolgens ga ik ideeën schetsen, onderzoeken, wat werkt en wat niet. En tot slot kan ik creëren, presenteren, evalueren… en opnieuw proberen.

En of dat proces nu een jaar duurt, een maan of een dag, die cyclus is telkens dezelfde. Wat zeg ik? Het vormgeven van mijn identiteit duurt wel een heel leven! Je ziet mij dus niet opgeven in deze oneindige kringloop van leven-dood-leven. De academie mocht dan misschien geen vertrouwen in mij hebben, ik daarentegen ben ervan overtuigd dat we allemaal kunstenaars zijn. Iedereen is in staat om iets moois te maken, iedereen kan iets moois van zijn leven maken, en als we onze energie laten stromen, de wereld een beetje mooier maken, een beetje meer eigen, een eigen plek creëren.

Wees nieuwsgierig, verwonder jezelf en stel jezelf open voor nieuwe mogelijkheden. Trek erop uit, trek jezelf op tijd terug. Laat je vervoeren door schoonheid, laad je op aan inspirerende mensen en dingen. Droom groots, bedenk wilde plannen en ga ze speels uitproberen. Maak alsjeblieft fouten, val en sta op, met nieuwe inzichten. Leef! Laat je zien. Bemin, bezin en begin, morgen gewoon weer, met een nieuwe dag. Je hoeft geen kunst te maken, alles wat op deze natuurlijke manier uit je handen vloeit is een creatie van je ziel en geeft vorm en kleur aan je leven.

Hoe ik wist dat ik op de goede weg zat? Elke fase in dit creatieve proces van voelen, denken, doen en zijn, gaf mij vertrouwen, telkens opnieuw en opnieuw en opnieuw. Dus, vertrouw erop dat je creatief bent, dat er iets in je schuilt dat ernaar verlangt om te worden uitgedrukt. En dat het jouw leven kan veranderen. Of beter gezegd, dat je bij elke cyclus die je doorloopt een beetje meer jezelf wordt, een beetje meer thuis komt en uiteindelijk op je plek valt.

Ik geloof in jou!

-x-
Nicolette

SCHEMEREN

Wanneer ik mijn atelier nader en de sleutel richting het slot beweeg, is het net alsof ik een tijdcapsule binnenstap. Het huisje zelf stamt uit grootmoeders tijd, maar met de inrichting heb ik ook zoveel mogelijk geprobeerd aan te sluiten op die vervlogen jaren. Het geeft mij een gevoel van huiselijkheid, van huiselijke geborgenheid. De oude, ambachtelijk vervaardigde meubels, die met liefdevolle aandacht door mij zijn opgeknapt, ze omringen mij, dragen mij, en mijn werk. Ik voel mij hier omarmd, verwarmd en verwelkomd. Hier mag ik graag zijn, stil zijn, stil staan.

Mijn liefde voor antiek sijpelt langzaam maar zeker door in een hang naar vroegere tradities. Steeds meer verlang ik naar een natuurlijker ritme, naar een zachter meedeinen met de seizoenen, het wassen en afnemen van de maan, cyclisch. Van buiten naar binnen, van licht naar donker, en weer terug. Ik wil vertragen in een tijdperk van haast, ik wil stilstaan bij de urgentie in de wereld, ik wil minder in plaats van meer, meer, meer.

Ik wil niet doorrennen, doordraaien, doordrukken, maar ruimte creëren. Ruimte voor een lichter leven, ruimte om het even niet te weten, ruimte om te reflecteren en transformeren. Ik wil ruimte, voordat ik blind en afgestompt implodeer en de kracht verlies om verder te gaan. Ik wil even niets doen, even alléén zijn, even alleen zíj́n. Is het nog mogelijk? Om terug te keren op mijn schreden? Om stil te worden, om in het hier en nu te komen, in stil verzet te komen, tegen de druk, de drukte, de veelte?

Geef me rust, en ruimte, een tussenruimte, tussen licht en donker, binnen en buiten, om mezelf van hier naar daar te brengen, om mijn zelf nieuw leven in te blazen, mijzelf te verbazen. De herfst kan zo’n ruimte zijn, en de schemering, zij ook. Daarin kan ik kijken, naar binnen kijken, anders kijken, zien, wat zich daar aandient. Dan kan ik bewust wórden en me bewúst worden, van wat daar buiten mij nodig is om bij te dragen aan het grotere geheel der dingen.

Om van betekenis te zijn, zal ik moeten rusten en herstellen. In de schemer. Zal ik dankbaar moeten zijn voor wat is en hoopvol voor wat nog komen gaat. Zal ik vertrouwen moeten hebben en moed moeten verzamelen, om weer te komen opdagen als de dag aanbreekt, als het tijd is om van binnen weer naar buiten te keren. Uit de schemer. Dan, als het tijd is om van het donker weer in het licht te stappen, zal ik er zijn, zal ik daar zijn waar ik moet zijn.

-x-
Nicolette

ALLEEN

Het is alsof ’t ergens verscholen op me ligt te wachten, op een onbewaakt ogenblik opduikt en mij overvalt. Melancholie. Ik ben er nooit zo goed op voorbereid en trek me dan het liefst even terug om te onderzoeken wat er onder de oppervlakte leeft.

De afgelopen tijd heb ik me meer gegeven dan gebruikelijk. Geen probleem in deze tijd van het jaar om even aan te zetten zodat ik pieken kan. Maar met de zorg voor mijn moeder (ze belandde een aantal keer in het ziekenhuis) en de organisatie van de zomerexpositie in mijn atelier, is het alles bij elkaar genomen misschien toch iets te veel geweest. Wat het hoogtepunt van mijn jaar had moeten worden, voelt niet zoals verwacht.

Maar met mam is alles goed gekomen, toch? En ik heb zulke mooie mensen ontmoet, inspirerende gesprekken gevoerd, complimenten ontvangen… Zijn het de dagen die weer beginnen te korten? Met mijn hoofd ga ik het antwoord niet vinden, ik moet het gevoel doorleven en besluit een wandeling te maken langs het kanaal, in plaats van naar mijn atelier te lopen en weer aan de slag te gaan.

Het is warm, er is geen ziel te bekennen op staat, ik ben alleen. Mopperend loop ik langs uitgedroogde bloemen en mijmer over de lente met haar frisse groen. Het is een blauwe libelle die mij uit mijn denken haalt. Hij vliegt telkens een stukje voor mij uit, alsof hij me keer op keer een stukje verder meevoert. Ik vind een verwaaide veer in de kleuren bruin en grijs — wie zou die verloren hebben? — en verderop een gelijkend eikenblad. Ik houd beide omhoog om de overeenkomsten te bekijken en laat ze daarna los in de wind.

Die verfrissende bries strijkt ook langs mijn bezwete huid en ruist door de toppen van de bomen. Zomereiken en zeedennen, ik sta er even bij stil om het in me op te nemen. Als de wind gaat liggen vervolg ik het olifantenpaadje en benoem alles wat mij treft: een blauwe reiger vliegt op uit het riet, meerkoetjes rennen over het water en eenden dobberen rond; een citroenvlinder, meerdere libellen nu en krekeltjes schieten heen en weer; ho, pas op, brandnetels, maar ook smalle weegbree, waarmee ik de jeuk weer uit m’n vel wrijf. En bramen, ze krijgen al wat kleur.

Als de brug in het zicht komt zet ik de terugweg door het bos in. Een boomklever speelt verstoppertje met me, een merel duikt onder het struikgewas. Even verderop word ik verrast door de gloed van het gele gras in een open veld. Weer neem ik een moment de tijd om me eraan te laven. Laat mijn moeder het maar niet horen, dat ik alleen in de bossen ben. Zij heeft het daar niet op, evenzo niet op buiten en beestjes. Maar ik, ik wordt er weer mens van. Omringd door zoveel leven voel ik mij helemaal niet (meer) alleen, maar juist heel erg verbonden.

Terwijl mijn rugzak zich vult met geluiden, geuren, kleuren, sensaties en verwonderingen valt het antwoord binnen. De melancholie is geen weemoed naar vroeger tijden en het gemis geen hang naar aandacht of erkenning. Ik treur niet om een ouder wordende ouder. Er zit een diepgeworteld verlangen in mij, naar de bomen, de vogels, de weide met zijn gouden gloed, naar het water, de insecten, de kruiden met hun genezende kracht… en de onvervulde wens dat ik dit alles met mijn moeder beleven mag.

-x-
Nicolette

 

LIEF

“En jij bent kunstenaar?”, dirigeert hij het gesprek van mijn partner naar mij. “Onder andere”, zeg ik, de uitnodiging aannemend om te vertellen over mijn recente stappen in de life design. “Hoezo, ben je ook goed in het huishouden dan?” Mijn vriend en ik schieten in de lach en grappen beide over het feit dat dát nou net níet mijn hobby is. Bij ons ligt er zand op de vloer en stof op de vensterbank, en daar voelen wij ons prima bij.

De vertegenwoordiger van het patriarchaat wendt de grap aan om een einde te maken aan het gesprek. Hij draait zich al handen zwaaiend om en doet de deur (achter zich) dicht. Verwonderd stappen wij verder. Ik voel me weer even die puber die ziet hoe haar vader thuiskomt, de deksel van de pan optilt en vraagt: “Wat eten we vanavond?”, waarna hij zijn vrouw kust en met volle hand in haar bil knijpt. In die tijd deed ik erg mijn best om me maar zo onzijdig mogelijk door het leven te bewegen. Ik droeg het liefst een tuinbroek en kaplaarzen, had korsten op mijn knieën en hield mijn haren kort. Als mijn toekomst er zo uitzag, vond ik ‘m nou niet bepaald rooskleurig. En hoe anders is die toekomst nu?

Het duurt even voordat het kwartje bij ons valt. De belangstelling die van het ene op het andere moment veranderde in een belediging en de open houding die met een klap dicht sloeg, zoals de voordeur van de man zijn huis. Dat was niet lief. We vragen ons af wat het is dat de nieuwe wereld de oude zo doet afschrikken? Vanwaar komt de weerstand om een beetje meer yin toe te laten? Het mannelijke principe dat het vrouwelijke niet omarmt, houdt ook het vrouwelijke in zichzelf buiten; de zachtheid en ontvankelijkheid, de ‘flow of life’ en haar vruchtbaarheid, creativiteit en de wijsheid van het intuïtieve hart. Dan verbreek je de verbinding, met jezelf en anderen, en verbleekt het proces.

Mijn lief zou zoiets nooit zeggen. Het komt gewoonweg niet in zijn woordenboek voor om op deze manier onderscheid te maken tussen man en vrouw. Hij is oprecht belangstellend, als hij luistert hoort hij. Hij staat open voor andere leefwijzen, als hij kijkt ziet hij. Hij moedigt ambities aan en als hij is, is er tijd en ruimte, om jezelf te ontwikkelen, je eigen mening te vormen, je eigen kijk op de wereld te hebben en die naast de zijne te laten bestaan. Sinds ik hem ken kan ik mezelf zijn, vrouw zijn, heb ik mijn weg gevonden van de oude naar de nieuwe wereld, van het ouderlijk patriarchaat naar een vrije staat van zijn. Van mannelijk zijn en vrouwelijk zijn. Van onzijdig zijn.

In deze nieuwe wereld voel ik me thuis en veilig, hier ben ik al één. In deze nieuwe wereld stel ik mij open en heb ik lief. Heb ik lef en durf ik te gaan waar ik voor sta. En dat maakt hem mijn lief, daarom is hij mij lief.

-x-

CREATIEF

“Ik ben helemaal niet creatief, ik kan nog geen poppetje tekenen”, hoor ik mijn moeder weleens zeggen. Ik mag haar er dan graag aan herinneren dat ze vroeger werkte op een naaiatelier voor maatkostuums en dat ze naar elk uitje in een zelfgemaakte jurk gekleed ging. Ze volgde de kappersvakschool en knipte het hele gezin, haar huis is nog old school shiny and bright en koken… jongens, mijn moeder kan koken!

Ik heb altijd gezegd dat ik mijn creativiteit van mijn vaders genen heb. Hij had een grafisch atelier en beletterde gevels, vrachtwagens en reclameborden. Daarvoor was hij bakker en speelde gitaar in een band. Maar ik moet mijn woorden terugnemen. Ook als ik gezegd heb dat ik ben opgegroeid zonder kunst en cultuur, kom ik daar nu op terug. Oké, we gingen niet naar het museum, theater of een balletvoorstelling. Er stond bij ons geen literatuur op de plank, wel een 12-delig encyclopedie, die ik gretig verslond.

Toch, als ik de verrekijker omdraai en zie hoe mijn ouders invulling gaven aan hun drang om te creëren, om zichzelf uit te drukken, hoe zij creativiteit legden in werk en privé, de balans vonden tussen inspanning en ontspanning, dan geef ik toe dat ik met mijn appelwangen niet ver van de stam ben gerold. Zijn we in wezen niet allemaal creatief? Ligt creativiteit niet in een ieder van ons opgeslagen te wachten om geëxploiteerd te worden?

Als je weet waar je liefde naar uit gaat, dan weet je waaraan je jouw creativiteit kunt geven en zal het zonder enige weerstand uit je stromen. In een lekkere maaltijd, een voedzaam brood, een mooie jurk, een lekker deuntje, een nieuw kapsel of in een gezellig interieur. Maar als je denkt dat je niet creatief bent, zie je misschien niet de oplossingen, die voor je neus liggen om opgeraapt te worden, zodat je van richting kunt veranderen als het leven even tegen zit. En dan stimuleer je studeren en werken wellicht eerder om iets van jezelf te maken.

Mijn liefde gaat uit naar het schilderen van mijn oorspronkelijke zelf, naar het vormgeven van een authentieke identiteit en het fotograferen van het alledaagse. Daarnaast houd ik van antiek en indie/folk muziek, kan ook ik goed koken en met de naaimachine overweg. Ik heb een hygge huis en een huiselijk atelier en oh ja, was het je al opgevallen dat ik sinds Corona mijn eigen korte koppie knip? Ik maak al mijn media uitingen zelf en bak mijn eigen brood. Ik heb er alleen 20 jaar over gedaan om me te realiseren dat ik het één niet boven het ander moet verheffen om betekenis te kunnen geven aan mijn leven.

Ik beleef intens veel plezier aan al mijn creatieve bezigheden en inspireer ook anderen graag om vooral hun eigen unieke weg te gaan. Maar soms is het net alsof ik er niet van genieten mag en raak ik helemaal van mijn pad door ‘hoe het moet’, door ‘hoe anderen het doen’, door ‘wat van mij verwacht wordt’, door ‘dat gaat je toch nooit lukken op die manier’. Dan heb ik een week retreat nodig om mezelf uit zo’n ingesleten groef te tillen, om van het ‘hogere’ denken weer in het ‘lagere’ voelen te zakken, om weer te landen op mijn eigen plek en mezelf weer lief te hebben, gewoon zoals ik ben.

Ja, bewezen methoden hebben zich bewezen, maar dat wil niet zeggen dat er een manier tussen zit die bij mij past. En gebaande paden zijn door velen belopen, maar dat betekent nog niet dat ze mij brengen naar waar ik wezen moet. Ik zoek mijn eigen pad met mijn eigen hobbels, want ik ben uniek, net als tante Es, én creatief. En dat maakt dat elke dag een avontuur wordt en voor mij een gouden randje krijgt.

HEIMWEE

Ken je dat gevoel? Van een diep verlangen naar huis, van het gemis naar een plek die jou omarmt, verwarmt en verwelkomt, waar je alles hebt en iedereen kent. Dat het soms zelfs pijn doet als je eraan denkt.

Het is nou niet dat ik veel reisde of verhuisde, ik voelde me gewoon nooit ergens echt op mijn gemak. Alsof ik op visite zat, bij mezelf, en naar huis wilde, terwijl ik bij mezelf was. Dat onbestemde gevoel achtervolgde me als een schaduw en haalde me ongemerkt in. Het groeide in tijden die moeilijk waren en kromp ineen als ik daar genoeg van had.

Het werd een oude bekende van me, ik dronk er mee, rookte mee en als we samen aten namen we gemakshalve een zak chips. Het gaf er niet zoveel om dat we slecht voor onszelf zorgden, of ons huis vervuilden en contacten verwaarloosden. Het nam er vreemd genoeg genoegen mee dat we verdwaalden en onszelf vergaten, delen van onszelf niet meer lieten zien.

Tot ik me op een gegeven moment realiseerde, dat als ik heimwee kende, er ook een thuis moet zijn geweest. En ik keek naar binnen en zag dat ik daar was, dat ik daar mezelf kon zijn en er gelukkig was. Het was helemaal ingericht naar mijn smaak en in mijn stijl. Er waren kamers voor mijn inzichten, mijn ideeën en mijn mening. Ik leefde er volgens mijn kijk op het leven, leefde er mijn waarheid. Het was er niet perfect, noch ideaal, maar het was van mij, het was mijn plek.

Ik wilde dus terug, terug naar waar ik vandaan kwam, terug naar het begin, naar de kern, de essentie. Ik moest alle stukjes van mezelf oprapen, meenemen op die reis en afstand doen van wat niet meer in de koffer paste. En de weg was lang, de koffer zwaar. Stond op mijn geboortekaartje maar geschreven ‘leert door vallen en opstaan’, dan had ik me niet zo verloren gevoeld gedurende het hele traject. Maar vol hield ik en thuis kwam ik.

Eenmaal gesetteld vind ik nog vaak een berg wasgoed op de stoel naast mijn toilettafel, of een tuin die roept om geschoffeld te worden. Ik grijp nog regelmatig mis in de koelkast. Dan hoor ik de voetstappen van de heimwee mij weer inhalen. Maar niet zoals voorheen, niet meer tackelend en van mij willen winnen. Het reist nu gezellig met me mee en geeft me richting, hier linksaf naar een boswandeling, daar rechtdoor naar de stofzuiger, probeer om te draaien en ik probeer de draad weer op te pakken.

Het zorgt tegenwoordig beter voor me, doet zelfstandig de boodschappen en dat is lekker. En wat ook lekker is, het is gestopt met roken, daar kun je mee thuiskomen! Heimwee, als je de angel eruit haalt is het een beste vriend.